Vastelaovend

Vastelaovend - of carnaval voor de niet-dialectkenners - is niet weg te denken uit Roermond. De drie dolle dagen voor de katholieke vastentijd duren in Roermond met gemak enkele maanden. Op de elfde van de elfde start het spel: de Stadsgarde Faubourg St. Jacques schiet het vastelaovesseizoen met kanonschoten uit de startblokken en dezelfde dag gaat 'de boks op greun'. Vervolgens vinden bonte avonden en liedjesavonden plaats en worden de prinsen voor het nieuwe seizoen uitgeroepen. Een druk programma volgt dat eindigt op aswoensdag, zes weken voor Pasen.

Lange aanloop

Tegen de tijd dat de officiele vastelaovend losbarst (zondag, maandag en dinsdag, zes weken voor Pasen) zijn al heel wat feesten gevierd. Zo is er in de week voorafgaand op dinsdagavond in Theaterhotel de Oranjerie een groot Prinsentreffen met prinsen uit heel Nederland en zelfs uit het buitenland. Vervolgens wordt op de vrijdag voor de schoolgaande jeugd de Sjoolefestatie gehouden op het Stationsplein. Dit plein vormt de volgende dag het toneel voor de Statiefestatie: een grandioos feest vol live acts en een overvol plein met kleurig uitgedoste vastelaovesvierders.

Verenigingen in alle wijken en kerkdorpen

De Roermondse carnaval is georganiseerd via wijkgebonden verenigingen. De grootste verenigingen zijn van de wijk het Veld (de Veldjmuus) en de binnenstad (D'n Uul). Uiteindelijk heeft Roermond zo ongeveer 15 verenigingen en dus evenveel prinsen. Een bijzondere verschijning daarbij is Bacchus, de prins/god van de drank. Tussen de verenigingen heerst een collegiale sfeer die vooral tussen de grote twee prettig rivaliserend is. Op de zaterdag voor vastelaovend vindt in het Stadhuis jaarlijks de machtsoverdracht plaats. Daarbij draagt het stadsbestuur de sleutel van de stad - en daarmee de macht - over aan de verzamelde prinsen. Zij hebben het dus de volgende drie dagen geheel voor het zeggen...

En uiteindelijk de drie dolle dagen

De vastelaovend in Roermond vindt plaats in vele zaaltjes en kroegen en bovendien veel op straat. Er zijn de nodige activiteiten die in de buitenlucht plaatsvinden. Alle verenigingen hebben in hun eigen wijken en dorpen hun activiteiten op de zondag, maandag en dinsdag. Er is één gezamenlijke activiteit: de Grote Optoch door de binnenstad die op maandagmiddag rondgaat. Een groeiend spektakel is het 'Bacchus verzoepen' op dinsdagmiddag. Daarbij wordt de Bacchus (meestal een aangeklede pop) vanaf de monumentale Roerbrug in de rivier de Roer gegooid. Het luidt het einde van de Vastelaovend in, veelal om twaalf uur 's nachts afgesloten met de 'Waever' dans. Hierna gaan de maskers af en worden de kostuums en attributen weer opgeborgen.

Askruisje en haring

De volgende dag - aswoensdag - begint het reguliere leven weer. Menigeen gaat nog niet aan het werk, maar heeft nog een dag nodig om bij te komen en om alle rotzooi op te ruimen die tijdens de afgelopen dagen is ontstaan. En diegenen die toch gaan werken, lopen deze dag vaak nog rond met restanten schmink op het gezicht. Uiteindelijk treffen de echte vastelaovesvierders zich op aswoendag in de kerk om 'een askruisje te halen'. Uiteraard wordt dit ritueel gevolgd door een gang naar... de kroeg, waar traditioneel de haringen klaarliggen om al dan niet met uien en roggebrood gegeten te worden; het 'hering sjille'. Menige haring krijgt daarbij nog een kleine sloot bier om in te zwemmen. Hierna begint de tijd van vasten en van wachten tot het weer de elfde van de elfde is.